Iedereen kent wel de twee populairste bordspelen allertijden: schaken en dammen. Het merendeel van de bevolking heeft zeker al één van de twee gespeeld. Deze bordspelen zijn vandaag de dag populairder dan ooit. Ze lijken op elkaar qua bord en de kleuren wit/zwart maar de strategie en het spel is helemaal anders. Schaken of dammen: wat kies je? Zelden worden beiden gespeeld. Maar waar zit nu juist het verschil tussen beide strategische bordspelen? SchaakspelSchaken is immens populair omwille van zijn schaaktoernooien op wereldniveau. De beelden ken je zeker van twee spelers die urenlang zitten te schaken. Eigenlijk is het meer strategisch nadenken over de volgende zet, en daar kan uren worden over nagedacht. Kasparov is één van de grootste bekende schakers op wereldniveau. Hij stond ongeveer 255 maanden op nummer 1 van de wereld. Schaken lijkt moeilijk maar het vergt gewoon wat denkwerk omdat elk schaakstuk een eigen manier van bewegen heeft. Schaken speel je op een schaakbord. Het schaakbord lijkt op het dambord. Het bord is wel iets groter dan het bord voor dammen, waar de 16 schaakstukken staan naast elkaar op zowel een wit als zwart vakje. Het schaakbord is wel groter. Wit begint altijd bij het schaken. Iedere speler zet afwisselend een schaakstuk op het bord. Het doel van schaken is de koning van de tegenspeler verslaan. Dit noemen ze schaakmat als de koning van de tegenspeler alleen staat zonder andere schaakstukken. Vooraleer je de koning te pakken krijgt, moet je eerst de andere pionnen van de tegenspeler innemen.
De schaakstukken op het schaakspel
DamspelDammen speel je op een dambord. Enkel de zwarte vakjes worden gebruikt van het damspel. Er zijn 20 schijfjes per persoon. Deze schijfjes worden enkel op de zware vakjes gelegd. Wit begint altijd bij het dammen. Ieder doet om beurt een zet diagonaal. Bij het zetten van de schijven kan je schuin voor de schijf van de tegenspeler belanden. Is het veld leeg achter de tegenstander dan kan je schijf over schijf slaan en is de schijf voor jou? Is er geen plaats dan moet je achter de geslagen schijf geplaatst worden. Je kan ook achterwaarts een schijf bemachtigen van je tegenspeler. Dit noemt men “slaan” in het dammen. Doel is alle schijfjes van de tegenspeler te slaan. Als je tegenspeler zijn schijfje verliest dan moet hij een beurt overslaan. Kom je aan de basislijn met een schijf, dan mag je een extra schijf terug op je schijfje zetten en dit is een dam. Hiermee kan je veel verder bewegen dan één schijf.
Wat kies jij, dammen of schaken? |
https://www.raindroptime.com/ |
Schaken of dammen: wat is het verschil
Vorige artikel
Volgende artikel